Een depressie, Naikan, toenadering
ニュース(しあわせニュース)第787号2019年8月27日© Shinko Oyama
Ik was depressief. Mijn vader vroeg mij of ik hem een plezier wilde doen door een week Naikan te gaan volgen. Ik begreep niet goed met welk doel ik dat moest doen, maar ik dacht dat het nooit kwaad zou kunnen om eens in een tempel naar enkele voordrachten te gaan luisteren. 'Als ik vader daarmee een plezier kan doen,' dacht ik, 'vooruit dan maar.'
De eerste dag onderzocht ik wat ik in mijn leven gekregen had, wat ik gegeven had, en welke last en zorgen ik mensen berokkend had.
Ik ging er die eerste dag licht overheen: 'Als het dat maar is!' Ik vond ongeveer evenveel zaken die ik gekregen had als zaken die ik ter compensatie teruggegeven had. Ik vond ook dat ik mijn ouders wel enige last berokkend had, maar dan ook weer niet zo uitzonderlijk veel. Ik deed zo twee dagen lang Naikan over mijn vader en moeder.
Op de derde dag deed ik Naikan over mijn vrouw. De laatste twee jaar hadden wij een minder goede relatie. Omdat ik iedere dag van 's morgens vroeg tot 's avonds laat heel hard werkte voor ons levensonderhoud vond ik het vanzelfsprekend dat mijn vrouw al het huishoudelijk werk op zich nam.
Maar naast het feit dat ik voor ons gezin gewerkt had vond ik verder bijna niets dat ik aan haar teruggegeven of voor haar teruggedaan had. Ik ontdekte dat ik veel meer gekregen had dan ik gegeven had. Ik begon bang te worden om nog verder meer gedetailleerd Naikan te blijven doen.
Dan deed ik een tweede keer Naikan over mijn moeder. Ik had intussen geluisterd naar voordrachten van de begeleider en naar geluidsopnames van Naikanvoordrachten, en het resultaat daarvan was dat ik steeds minder zaken kon opnoemen die ik aan mijn moeder gegeven of voor haar gedaan had.
Door na te denken over de zaken waarvan ik gedacht had dat ik ze voor mijn moeder gedaan had leerde ik beter de waarde beseffen van mensen en zaken die mij gegeven geweest zijn, en ik begon te beseffen hoeveel warmte en liefde ik in mijn leven gekregen had.
De balans sloeg meer en meer uit naar de kant van het aantal zaken die anderen voor mij gedaan hadden en het aantal keren dat ik mensen ten laste geweest was of bezorgd gemaakt had. Was ik dan iemand die voor de anderen helemaal van geen nut was, iemand die enkel maar gekregen heeft en tot last geweest is?
Ik was al beginnen begrijpen dat Naikan je leert om oog te hebben voor het feit dat je bemind geworden bent. Maar toen werd ik ongerust omdat ik mij begon af te vragen of Naikan er in feite misschien vooral toe leidde dat ik mezelf schuldig begon te voelen.
Ik bleef met dat ongerust gevoel zitten en die ongerustheid werd nog sterker naarmate ik de opeenvolgende perioden van mijn leven aan de hand van de drie vragen onderzocht. De begeleider heeft me toen met dat probleem geholpen.
Mijn probleem was dat ik ongeveer alles wat voor mij van waarde was gewoon vanzelfsprekend vond. In mijn hoofd was er enkel plaats voor mezelf, en ik had geen oog voor de anderen. Zelfs voor de zaken die mijzelf aangingen had ik onvoldoende aandacht.
Ik had altijd alles vanzelfsprekend gevonden. Het feit dat er elke dag eten op tafel stond, het feit dat ik lekker vers geurende kleren kon aantrekken, het feit dat ik vrienden met lachende gezichten rond mij had, ik vond dat allemaal vanzelfsprekend. Omdat ik ging werken en mijn uiterste best deed om voor het werk bij te studeren dacht ik dat ik het was die het meest van allemaal moest afzien en hard werken.
Maar mijn vrouw gaat wel alle inkopen doen. Ze kookt voor mij elke dag. Ze wast mijn bezwete kleren, zorgt ervoor dat de kinderen klaar zijn om naar school te gaan en brengt ze naar school en haalt ze af.
Dank zij de tijd en de moeite die mijn vrouw voor de kinderen en voor mij spendeert kan ik na het werk thuiskomen en mijn vermoeidheid vergeten. Ik ben me er ook van bewust geworden dat het voor mij maar mogelijk is om te gaan werken omdat ik een plaats heb waar ik veilig kan thuiskomen.
Ik had geen oog en geen begrip voor al de moeite die mijn vrouw voor mij deed en ik vluchtte weg voor alles wat mij niet goed uitkwam. Ik was er vooral op uit om het zelf gemakkelijk te hebben. Geen wonder dat mijn vrouw van mij wilde weggaan.
Ik ben me van dit alles veel te laat bewust geworden. Ik heb voor mijn vrouw het leven echt moeilijk gemaakt. Maar ik ben blij dat ik dit nu ingezien heb. Wanneer ik terug naar huis ga wil ik mij verontschuldigen, en ik wil haar uitdrukkelijk bedanken. Ik wil ook zelf helpen bij het koken en de was, en haar werk de erkenning geven die het verdient. Ik wil voortaan ook een lid van het gezin worden.