Het kwaad haten, niet de mens
Rover van hartelijkheid
幸福ニュース第661号 2015年9月25日© Shinko Oyama
Naikan komen doen tegen de sociale druk in
Ik heb drie maanden geleden zware verwondingen opgelopen, en men heeft mij met de ziekenwagen naar het ziekenhuis moeten brengen. Ik heb toen veel schrik gehad en ik besefte heel sterk dat ik niet wilde sterven.
Ik ben nu voor een langere tijd arbeidsongeschikt. Tijdens mijn herstelperiode hoorde ik iemand over Naikan praten, en ik heb mij onmiddellijk ingeschreven.
Mijn behandelende arts waarschuwde mij dat ik het op eigen verantwoordelijkheid deed, en ook mijn vader scheen zich zorgen te maken. Maar omdat het nu een enige kans was omdat ik er tijd kon voor vrijmaken, ben ik toch Naikan komen doen.
Naikan over mijn ouders
Om te beginnen deed ik Naikan over mijn moeder in de periode van mijn peuter- en kleuterjaren. Ik herinnerde mij vlot een reeks zaken die mijn moeder voor mij gedaan heeft, maar ik kon bijna niets vinden als antwoord op de vraag wat ik teruggegeven had. Ik herinnerde mij anderzijds wel veel gelegenheden waarbij ik mijn moeder last berokkend had. Het zelfde geldt voor de relatie met mijn vader.
Bevindingen
Door mezelf te onderzoeken in de relatie met mijn ouders ben ik tot de bevinding gekomen dat ik een geweldige egoïst ben. En dat ik een onvolwassen mens ben, omdat ik tot op vandaag geleefd heb zonder te beseffen hoe egoïstisch ik wel geweest ben.
Door Naikan te doen heb ik mij voor het eerst gerealiseerd hoe ik al die jaren mijn moeder en mijn vader het leven moeilijker gemaakt heb. Ik voelde mij heel schuldig, ik schaamde mij, en ik heb heel lang geweend.
Op dat ogenblik hielp meester Ohyama mij tijdens ons gesprek door te zeggen: "Wij moeten het kwaad haten, maar niet de mens die de fout gemaakt heeft. Jezelf vergeven en andere mensen vergeven." Maar die woorden zijn toen op dat moment niet echt tot mij doorgedrongen omdat ik zo diep in mijn schuldgevoelens ondergedompeld zat.
Ik heb ook mezelf onderzocht met betrekking tot liegen en stelen. Ik ben er mij van bewust geworden dat ik door mijn egoïsme de hartelijkheid, eerlijkheid en toewijding van al de mensen in mijn omgeving altijd "gestolen" heb.
Toen ik inzag hoe ik de goedheid van de mensen in mijn omgeving al die tijd met modder was blijven besmeuren, kon ik wel in de grond kruipen van schaamte. Ik voelde mij heel zondig. Ik verweet mezelf van alles. Toen kreeg ik van meester Oyama nogmaals dezelfde woorden te horen: "Wij moeten het kwaad haten, maar niet de mens die de fout gemaakt heeft. Jezelf vergeven en andere mensen vergeven."
Het kwaad haten maar niet de mens
En nu vonden die woorden voor het eerst ingang. Na het gesprek kwam ik tot de vaststelling dat ik mezelf daarvoor altijd verwijten gemaakt had, in de hoop dat ik op die manier vergeving zou krijgen.
Ik ontweek de confrontatie met het beschamend en schuldig deel in mezelf, en in plaats van mezelf bij te schaven en te verbeteren was ik mezelf verwijten aan het maken.
Ik heb mij gerealiseerd hoe ik al die jaren de confrontatie uit de weg gegaan was met wat werkelijk gebeurd was en wat ik werkelijk veroorzaakt had. Ik was er altijd van weggevlucht. En ik voel daarover diepe schaamte.
Vader en moeder en wat er wél was: liefde, veel liefde
Ik heb daarna nog een tweede maal Naikan gedaan over vader en moeder.
Bij deze tweede beurt kon ik mij allerlei gebeurtenissen uit mijn kindertijd heel klaar en helder herinneren, en ik kon vaststellen dat ik bemind geweest was, en dat mijn ouders mij met alle zorg groot gebracht hadden.
Daarbij kwam vanuit de diepte van mijn lichaam een groot gevoel van dankbaarheid opwellen voor de diepe liefde van mijn ouders en voor het feit dat zij altijd echt met mijn welzijn begaan geweest waren.
Ik begon telkens wanneer ik gedurende mijn Naikanbeoefening een gevoel van dankbaarheid of van spijt kreeg van alles te bedenken om iets te kunnen teruggeven.
Tijdens mijn tweede beurt Naikan over mijn vader heb ik mij ook gerealiseerd dat ik door toedoen van mijn vader heel veel zorg en toewijding ontvangen heb van mijn broers en zussen, mijn grootouders, ooms en tantes.
Ik onderzocht ook mezelf in mijn relatie tot mijn oudere zus. Ik werd er mij van bewust hoeveel vreugde ons gezin ten deel gevallen is door de neefjes die mijn zus ter wereld gebracht heeft.
Ik herinnerde mij ook dat mijn zus bij het zien van de liefdevolle omgang van mijn ouders met hun kleinkinderen eens tegen mij gezegd heeft: "Zo hebben zij dat ook met jou gedaan hoor." Daardoor kreeg ik een nog sterker gevoel van dankbaarheid jegens mijn ouders en mijn zus.
Tegelijkertijd werd ik mij er van bewust dat ik mijn zus en haar man en de neefjes met mijn woorden en mijn egoïstisch gedrag heel veel pijn gedaan had. Ik werd overmand door een gevoel van spijt, en ik kon niet anders dan erkennen dat alles wat ik zogezegd voor hen teruggedaan had eigenlijk maar waardeloze zaken waren.
Op dit punt realiseerde ik mij heel duidelijk dat ik altijd zaken nagestreefd had die er niet waren. Ik liet me dus leiden door de dingen waarvan ik meende dat ze mij ontbraken. Ik was niet dankbaar voor alles wat mij geschonken werd, en ik kende geen waardering voor alles wat er hier en nu wél was.
Ik wil teruggeven
Naar het einde van de week toe onderzocht ik ook mezelf in mijn relatie met mijn oudere broer. Ik heb mij hierbij vanuit heel mijn hart dankbaar gevoeld voor de warmte die ik voelde bij alles wat ik mij over mijn broer herinnerde. En als vanzelf kwam in mij de wil op om goed te reflecteren over de manier waarop ik tot nu toe geleefd heb, en om elke dag mijn best te doen om toch maar een klein beetje een beter mens te worden.
Vanaf nu wil ik de dankbaarheid die ik tegenover mijn voorouders voel ook aan anderen meedelen, en ik wil bidden voor de gezondheid van mijn neefjes en nichtjes. En ik zal mijzelf elke dag de dankbaarheid blijven herinneren die ik doorheen Naikan heb leren kennen.
In gesprekken met mensen wil ik in het vervolg ook oppassen dat ik niet te gemakkelijk goedkoop medevoelen toon met hun gevoelens van verdriet en boosheid. Ik wil in mijn gesprekken naar de mensen luisteren, met in mijn hart de intentie, de wens, dat hun verdriet zou mogen voorbijgaan.
Ik wil in gesprekken met mensen ook mijn best doen om hoffelijke en hartelijke woorden te spreken.
En om af en toe iets te kunnen teruggeven wil ik daarvoor elke dag een klein beetje geld opzij houden.
Tot slot, telkens wanneer ik de ontvanger ben van hartelijke en welgemeende toewijding vanwege andere mensen, wil ik het geschenk van hun genegenheid ongekunsteld en openhartig in ontvangst nemen, en die mensen van harte dank zeggen.
Ik heb mij hier tijdens deze week eindelijk gerealiseerd hoe onvolwassen ik als mens ben, en ik wil vanaf vandaag naar meer volwassenheid groeien. Ik erken dat ik in mijn hart een klein duiveltje meedraag, maar ik wil mezelf door middel van dankbaarheid bijschaven tot een betere mens.
Ik wil ook iedereen hier danken voor alle goede zorgen gedurende heel deze week: van de maaltijden tot en met het klaarmaken van het bad, echt heel hartelijk bedankt.